Zoals jullie weten houd ik me al enige tijd bezig met dansfotografie. De combinatie van beweging, gratie en kracht spreken mij bijzonder aan bij deze vorm van fotografie. Natuurlijk zoek ik daarbij ook voorbeelden die me inspireren. Een paar van deze fotografen zijn Jordan Matter, Omar Z. Robles en Loïs Greenfield, toevallig (?) alle drie fotografen uit New York. De eerste twee maken hun foto’s vooral op locatie. Ze tonen dansers in een context waar ze niet horen. Dit levert mooie beelden op. Er wordt bij deze fotografen nauwelijks geflitst. Het is en kwestie van bedenken en doen. De derde fotograaf heef een heel andere werkwijze. Loïs Greenfield neemt dansers mee naar de studio en creëert daar samen met de danser(s) het beeld.’ Voor mijn vijf minuten foto kies ik een foto van deze laatste uit haar boek ‘Moving Still’. Ze zet een met het oog niet waarneembaar bewegend beeld stil in een foto.

Klik op de foto voor beeldvullend formaat.

Loïs Greenfield is een Amerikaans fotografe geboren in 1949. Ze studeerde antropologie en verwachtte etnografische films te gaan maken. In plaats daarvan kwam ze fotojournalist bij een krant in Boston terecht, waar ze vooral werd gevraagd om foto’s te maken van dansrepetities, -kleding en -voorstellingen.

Ze wilde echter meer dan alleen registreren wat anderen hadden bedacht. Daarom nam ze de dansers mee naar de studio om zelf beelden te creëren. En in plaats van de dansers een choreografie uit te laten voeren in de studio vroeg ze hen te improviseren voor de camera. Ze heeft van tevoren geen vast plan, en laat alles organisch ontstaan voor de camera. Het is een echte samenwerking tussen de danser en fotograaf. Natuurlijk laat ze de dansers de beweging wel een aantal keren doen, met aanwijzingen om het beter in beeld te krijgen. Per beweging maakt ze maar 1 foto, meestal net na het hoogste punt zodat de danser meer ontspannen is.

Ze gebruikt als sinds de jaren 80 een Hasselblad 500, 12 foto’s per rolletje. Tegenwoordig werkt ze ook wel digitaal. Ze probeert haar foto’s zo natuurlijk mogelijk te houden. De bevriezing komt door de korte flitsduur. Haar foto’s zijn geen montages, maar momentopnames. Daarbij probeert zij te laten zien wat niet te zien is: het moment wat gefotografeerd wordt is zo kort dan ons oog dit niet als een geïsoleerde beweging kan zien; “Moving Still”.

In bijna al haar meer recente foto’s worden props gebruikt om de beweging van de danser te accentueren. Dit zijn spiegels, touwen, ballen of zoals in deze foto, radioatorfolie. Soms worden deze attributen door assistenten in beeld gebracht of gegooid, soms is het de danser zelf die de props in beweging breng.

Het was voor mij lastig om één foto van haar uit te zoeken. Ze spreken mij bijna zonder uitzondering aan. Uiteindelijk heb ik voor deze foto gekozen.

Op de foto zie je de danser Sean Aaron Carmon. Zijn been en armspieren zijn mooi uitgelicht. Om zijn lichaam valt radiatorfolie (?) Waarschijnlijk van bovenaf naar beneden gegooid. De danser vangt het op in zijn beweging. De assistent die het laat vallen blijft buiten beeld. Op de grond zie je een reflectie van het been van de danser, en de schaduwen door de flitsers. In de radiatorfolie zie je ook reflecties van zijn lijf. Het gezicht van de danser staat centraal midden in de foto. De danser kijkt niet naar de camera, maar kijkt een beetje weg.

De achtergrond is niet helemaal donker. Je ziet het effect van de flitsers op de muur. Dit zorgt ook voor wat meer dynamiek in de foto dan wanneer de achtergrond volledig zwart zou zijn.

De danser wordt stilgezet, bevroren. Dat zou op zichzelf (in een andere uitsnede) al een mooie plaat opleveren. De beweging van de danser wordt nu gesuggereerd door de folie, waar een organische beweging inzit. De folie omlijst de danser ook nog. Twee kunstvormen worden tot iets nieuws gecombineerd, waarbij elk van de kunstenaars nodig is om tot dit resultaat te komen.

Peter Michielsen

Foto © Loïs Greenfield